Meisjesbesnijdenis is een oude traditie die ook nu nog in veel Afrikaanse en een paar Aziatische landen voorkomt. Meestal gebeurt dat voordat een meisje voor het eerst ongesteld wordt. Ouders laten hun dochter besnijden omdat zij veel van haar houden en haar een goede toekomst willen geven. Zij denken dat een besneden meisje later meer kans heeft om met een goede man te trouwen. Veel ouders denken dat de islam meisjesbesnijdenis voorschrijft, maar in de Koran (het heilige boek van de islam) is hier niets over te vinden.
Bij het besnijden van meisjes worden de vrouwelijke geslachtsorganen besneden. Dit kan op verschillende manieren gebeuren en varieert ook in de mate waarin. Op welke manier er besneden wordt is afhankelijk van de wens van ouders en/of familie, wat lokaal gebruikelijk is en van de besnijdster. De World Health Organization (WHO) onderscheidt vier vormen:
Type 1 Clitoridectomie. Hierbij wordt de clitoris en/of de voorhuid gedeeltelijk of totaal verwijderd.
Type 2 Excisie. Hierbij wordt de clitoris en de binnenste schaamlippen gedeeltelijk of totaal verwijderd. De buitenste schaamlippen kunnen hierbij ook verwijderd zijn.
Type 3 Infibulatie. Hierbij wordt de vaginale opening vernauwd door het wegsnijden en aan elkaar hechten van de binnenste en/of de buitenste schaamlippen, met of zonder verwijdering van de clitoris.
Type 4 Hieronder vallen alle andere schadelijke handelingen aan de vrouwelijke geslachtsorganen om niet-medische redenen, zoals prikken, piercing, schrapen, kerven en wegbranden.
Meisjesbesnijdenis is in Nederland en veel andere landen verboden. Het valt in de Nederlandse wetgeving onder kindermishandeling. Ook in veel landen waar meisjesbesnijdenis van oudsher voorkomt is het verboden en groeit het verzet ertegen.